hoog in de lucht, stevig op de grond

Overstraat 3 - 5
3959 BR Amerongen
T: 0343 - 452844


De eclips in Mangalia Roemenië

11 augustus 1999

Marketing nodig ?

over Schworks

Meer verhalen ?

s p r a n k


Columns
gedicht


 Galerie Vanouds de Liefde


waarom






copyright © Schworks

 

 

 

                

Uiteindelijk was het een stuk in NRC Handelsblad dat me naar Mangalia bracht. Het Amsterdamse reisbureau Kott meldde er op 1 augustus 1999 dat er helemaal niet veel belangstelling was voor de eclips en dat er nog best plaatsen waren. Op de NASA kaarten op Internet bleek Mangalia, aan de Zwarte Zee, vlakbij de Bulgaarse grens, perfect in de eclipsbaan te liggen. We hadden eerst nog aan vrienden in België of Luxemburg gedacht en dan 's ochtends een stukje met de auto. Of Stuttgart, maar de drukte en de kans op slecht weer schrikten ons af. Of Isfahan, midden in de Perzische woestijn, of Turkije ?

Maar liefst 83% kans op zon meldde mevrouw Kott enthousist. Het werd dus een weekje hotel Mangalia met een gezelschap van 15 NRC lezers via een directe avondvlucht Brussel Constanza. Veel natuurkundigen. De volgende ochtend bleek Mangalia een plaatsje met een groot strand, een haven, een Daewoo scheepswerf, veel beton voor het ware arbeidersparadijs en een oud dorpje vol restanten Griekse tempels. Mangalia was bovendien rijkelijk voorzien van een vrolijke eclipsposter en een kakkerlakkenplaag.

Het prestigieuze kuurhotel Mangalia met 275 kamers, 26 jaar geleden door Siemens gefinancierd, was ontwapend oostblok. Alles went. De kamers voor buitenlanders hadden bovendien ijskast plus nieuwe airco en kleuren tv. De zon scheen, de Roemenen waren niet rijk en wel gelukkig op het strand. De Zwarte Zee was ijskoud en heerlijk om in te zwemmen en ik had mijn laptopje plus een project bij me. De 30 kilometer lange kuststrook bevat meerdere Ceaucescu Roemeense badplaatsen met namen als Saturn en Neptune, opgezet voor de verdiende rust van arbeidershelden uit het Securitate rijk. Mangalia is hiervan het centrum, omdat het oorspronkelijk al een stadje was. Een uurtje rijden noordelijker ligt de Roemeense havenstad Constanza en Boekarest ligt 300 km landinwaarts. Op Antenna 1 zag ik daar Pavarotti landen ter ere van de eclips en onmiddellijk weer verdwijnen in de middelste van drie dikke Mercedessen.

Het dorpsplein van Mangalia was het middelpunt van de feestelijke eclips-uitzendingen van Antenna 1. Een speciaal programma met veel onduidelijke komieken en zichtbaar weinig budget werd er drie avonden lang live opgenomen en uitgezonden. Zeker 100.000 mensen woonden de feestelijkheden bij. Dinsdag, de dag voor de eclips, ontdekte ik dat de deur naar het dak van het elf etages hoge hotel open was. Ooit had men gepoogd er een terras van te maken. Zou ik morgen hier de eclips kunnen beleven? het dak bood een riant uitzicht alle kanten op. Beneden me arriveerden drie wagens van de Roemeense tv en mijn eclipsbrilletje deed het ook prima. Hoog boven mij zag ik hierdoor een piepklein geelrood rondje, ter grootte van een speldenknop. Was dat nou eigenlijk alles? Dat kleine lichtpuntje? En in dat kleine rondje zou het allemaal moeten gebeuren over 24 uur? Had ik me gek laten maken?

Woensdag, de grote dag, vandaag ging het gebeuren en bij het ontbijt was iedereen opgwonden. Sommigen hadden plaats aan dek van een boot gereserveerd, anderen een stil plekje in de omgeving uitgezocht. Ik ging voor het dakterras. De weersberichten van de Roemeense kust waren prima, voor de rest van Europa zag het er beroerd uit. Het dak bleek nog steeds open, de Roemeense tv ploeg stond bescheiden in een hoekje. De laatste beelden uit Engeland waren flarden wolken voor een slecht zichtbare halve zon. Vlak voor de verduistering in Mangalia begon, wandelde ik nog even door het stadje dat intussen bomvol mensen was. Overal zat men in afwachting, op het strand, in de parkjes, op de straten en de pleinen. Iedereen had een goede plek gezocht en gevonden Geleidelijk aan kwam het dagelijks leven tot stilstand voor deze unieke compositie van aarde, maan en zon. Zelfs alle Roemenen waren voorzien van een brilletje, maar een deel bleek niet te werken. Die kwamen uit Bulgarije, zo wist men.

Opeens kreeg ik tranen in mijn ogen. Dit was het moment. In heel Europa, van Engeland tot Roemenië, waren misschien wel een paar honderd miljoen mensen bezig met dit verhaal. Even geen competitie, geldingsdrang en aards gekonkel. Even was iedereen bereid alles opzij te zetten om iets groots te ervaren. Geen culturele gebeurtenis, geen wereldmoord, helemaal niets had ooit zoiets veroorzaakt. In mijn leven althans.

Op het dak van het hotel was het intussen een gezellige internationale drukte. Op het laatste moment arriveerde er nog een stoet auto's van mensen die bij het ontwaken in een bewolkt Boekarest begrepen dat er nog één kans was: de redelijk goede weg via Constanza naar Mangalia, 4 uur rijden. Als je voor acht uur vertrokken was, dan kwam je op tijd. Sommigen haalden zelfs het dak van ons hotel, waaronder een paar Engelse kunstenaars en een Nederlands gezin. Het was werkelijk perfect weer. Stoeltje, flesje water en genieten. Je kon zeker 20 à 30 km naar het westen het land in kijken, en naar het oosten, de zee op. Opeens was er al een stukje maan rechts voor de zon geschoven. Toch nog onverwachts was het begonnen. Gek, dat je normaal niets van de maan ziet. Geleidelijk kreeg de zon de vorm van de maan. De kleur van het licht veranderde, maar door het accomodatievermogen van je oog realiseerde je je niet hoeveel donkerder het al werd. Een fotograaf meldde dat hij al 3 stoppen moest diafragmeren.

Om 12.35 maakte ik mijn laatste aantekeningen. Daarna was ik te gefascineerd om nog te schrijven. De zwaluwen werden onrustig, de meeuwen deden ook vreemd. Een haan kraaide. De straatlantaarns gingen aan, de vuurtoren van Mangalia begon te schijnen. De wind werd vreemd en het werd inderdaad koud, ik trok een overhemd aan. Op de daken van de huizen verschenen steeds meer mensen. 93 % van de zon was nu wel afgedekt, dit was wat ze in Nederland zouden kunnen zien. Daarna ging het hard. Het hotelpersoneel was nu opeens ook op het dak. Nog een nageltje zon was er. Opeens voelden we dat we naar rechts, naar het westen, moesten kijken. Daar werd het helemaal zwart. Het kwam razendsnel op ons af. Nog steeds scheen de zon langs de maan. Een fractie nog. Er zat een enorme dreiging in de lucht, alsof er een orkaan aan kwam. Overweldigend als een grote paraplu over de aarde. Nog steeds was er een fractie zonlicht. En windstil leek het. Doodstil, de dieren, de mensen, alles. Adembenemend.
Pats. Met een enorme, onvoorstelbare, onhoorbare knal ging opeens het licht uit en was het donker, inderdaad zoals volle maan. Op hetzelfde moment werd het op zee ook donker. Overal was het midden op de dag nacht.

Daar was de corona. Waar de zon normaal een overweldigende brok licht is, waar je nooit naar kijkt, waar je niet naar kunt kijken, daar zag je nu met het blote oog de immense gaswolken rondom de zon branden. Opeens realiseerde ik me met wat voor een snelheid die maanschaduw over de aarde schoot. Als een omgekeerde theaterspot. Precies over de plek waar wij stonden. Opeens begreep ik iets van het gevoel dat mensen in de ruimte hebben, ik begreep iets meer van de krachten en snelheden van de aarde, de maan en de zon. Met wat voor een snelheid wij door het heelal suizen, de hele boel ronddraait. Hoe groot dat alles is. Overweldigd was ik. Opnieuw had ik tranen in mijn ogen. Dat hele grote spel van oerkrachten, wat ik mocht aanschouwen. Beneden juichten honderdduizend mensen, ze klapten in hun handen. Mensen vielen elkaar om de hals. Huilden. Het was meer dan overweldigend. We stonden in de schaduw van de maan. Vol verwondering, bewondering. Zo groot, zo indrukwekkend, zo alomvattend. Dit was het sensationele wonder van de eclips. Dit adembenemende moment in één lijn met de maan en de zon. Intense dankbaarheid, rillingen, kippenvel. Dat ik dit mocht meemaken. Het was zo indrukwekkend, zo totaal, zo onvergelijkbaar met 99,9 % zonsverduistering. Zo onvoorstelbaar, van tevoren. Zo onbeschrijfbaar intens.

Ting, rechts van de maan parelde een straaltje zonlicht, helder als de klank van een glas. Nog geen speldepunt, zo klein en opeens was het toch al weer licht. Opnieuw steeg er een enorm applaus op. Dit was pas een hoofdfilm, een theaterschouwspel, een kunstwerk. Het grootste wat ik ooit gezien heb.
Op de aarde en het leven na, bedacht ik later.
Langzaam kwam de zon weer tevoorschijn rechts van de maan nu. Misschien was de maanschaduw al in Isfahan of schoot hij langs de aarde ter hoogte van de Bengalen. In ieder geval priemde de maanschaduw nu ergens anders in het heelal. Ook dat begreep ik nu, de maanschaduw is er altijd, net zo goed als wij misschien ook wel eens de schaduw van de aarde op de maan kunnen zien. Alleen staan we dan niet op de maan. En er zijn duizenden schaduwen in het heelal. Maar alleen deze valt op, omdat we worden afgesloten van het zonlicht. Het overstelpende zonlicht. Mijn gedachten holden en tolden.

Ruim twee minuten was de zon totaal verduisterd geweest, het leek een fractie van een seconde. Ik voelde me vreemd opgewonden, vol wonderbaarlijke bewegingen in mijn hersenen waar ik geen vat op kreeg. Als een droom die wegglijdt bij het ontwaken. Een hond begon te janken. Je voelde al weer iets warmte van de zon, lekker, want het was best fris. De haan begon te kraaien, de vogels deden nog steeds vreemd en leken wel extra dicht bij de mensen te blijven.

Weer gingen mijn gedachten naar het wonder van het heelal en het leven. Weer kreeg ik een brok in mijn keel. Dankbaarheid. Emoties over mijn dierbaren die er niet bij waren. Ik moet het ze vertellen schoot het door me heen. Het was 15.35 uur. Het leven hernam zijn loop. Drie uur waren samengesmolten tot een van de mooiste momenten in mijn leven, als een geboorte. Een goddelijke ervaring. Om mij heen zuchtten de mensen van intense vreugde.

© Roeland Schweitzer / Schworks