Ik voel me nog negen jaar

Het dieseltreintje door het Groningse hoge land. 
In mijn achterhoofd de ontroerende muziek van Ede Staal.
Op weg naar een dame met een starfighter, Marte Röling, 60 jaar, kunstenares. De treinen reden veel sneller dan ik dacht en ik ben uren te vroeg. Een flinke wandeling tegen wind en regen door de weilanden, over een schelpenpad. De zoute lucht van het wad, veel vogels, taaie bomen bijna in het blad. Dan een dijkweg. Ik vraag de weg.

Achter de deel van een kolossale herenboerderij tref ik het koningspaar, la Röling in spijkerbroek en partner Henk Jurriaans in een soort van wijnrode jurk of mantel. Ze drinken koffie in een grote, zelfgebouwde kas vol camelia's. Het is er warm en windstil. "Dat wordt met een boek in de hoek" opperde Marte tegen mij omdat ik zo vroeg ben, maar het wordt samen met Henk naar het werk van Marte kijken. 
Het portret van Prins Claus haast nog ontroerender dan Beatrix, de staatsieportretten, het grote succes, de prachtige grafische lijnvoering. Al in de jaren 60 pop-art voordat pop-art hot was. De mode-illustraties voor het Parool. Met enige bluf de eerste monumentale werkstukken. Langzamerhand het leren van de techniek. Van 2d naar 3d. Transparant plexiglas verhitten, doeken van kunsthars maken, spuiten met autolakken. Vallen en opstaan, verliefd worden op Henk, met vrienden samen een atelier. Vlaggen, draperieën, in iedere maat en in vrijwel elk materiaal. 

Toen in Amsterdam, nu hier bij het Wad, pakweg twintig jaar later. Nog steeds samen realiseren ze de grotere projecten. Wanda Werner, kunstenares, Alissa en Adriënne , tweelingdochters van de dichter Adriaan Morriën en Henk Jurriaans, niet alleen psycholoog, maar vooral ook voorzien van gouden handen waardoor er voor ieder technisch probleem een oplossing is. 
Alissa maakt een heerlijke groene salade, mijn broodtrommeltje kan dicht blijven. Aan tafel gaat het over de organisatie. Hoe ze als team perfect op elkaar ingespeeld zijn, zodat ingewikkelde projecten tegenwoordig peulenschillen lijken, vergeleken met vroeger. Hoe goed ze opruimen om de boel onder controle te houden en dat ze belangrijk gereedschap dubbel hebben zodat ze op locatie altijd door kunnen werken. Dat het geld in een grote pot gaat en dat dat nooit narigheid geeft. Als je iets nodig hebt vraag je gewoon of er geld voor is en dan kan het meestal, hoewel Henk een keer een aangekochte Cessna heeft moeten annuleren. Hoe goed ze nu als team steigers bouwen en dat improviseren inmiddels tot kunstvorm is verheven, omdat ieder project toch weer verrassingen kent.
Ze hebben een vrachtwagen voor het gereedschap, een open vrachtwagen voor werkstukdelen en grondstoffen en een flinke camper voor verblijf op locatie. Het is slechts een deel van de vloot van Marte Röling & partners, v.o.f. i.o.. 
Dat ze eigenlijk helemaal nooit ruzie hebben. Hoe ze keurig begonnen waren met vier ijskasten en vier magnetrons, voor iedere dame een, terwijl Alissa nu altijd kookt omdat ze zo heerlijk kookt.

We lopen door de 1200 vierkante meter atelier. Ja daar kan de wereld gemaakt worden, ook al is het er ijskoud. 

Ouder worden, dat is het onderwerp van gesprek, op verzoek van woningbouwcorporatie SGBB. Marte maakt voor hen een beeld bij een ouderenwoonzorgcentrum. Al snel gaat het over keuzevrijheid en pure schoonheid. Over de prachtige knipsels van Matisse op hoge leeftijd. Over brutaliteit en imago. "Verlegen mensen maken me verlegen" zegt Marte die inmiddels als vamp gekleed voor het voetlicht zit. Over identiteit: "Toen ik negen was had ik een belevenis, waarbij ik plots wist wie ik was, dat gevoel is gebleven. Natuurlijk praten we ook over het uitgangspunt van het werk, pure schoonheid. Aan de muur hangt een juweel van een schilderij van Marte toen ze zes was, gemaakt door vader Röling. Ondeugend, vol leven en met oneindig veel liefde geschilderd. Pure schoonheid. Marte herinnert zich nog het smokwerken kraagje dat zo vreselijk kriebelde. "Mijn omgeving zegt me dat ik ouder word, maar anders zou ik het niet merken. Ik word steeds sterker, ook fysiek. Nee, ik heb geen idee hoe het verder gaat, ik leef in het nu."
Wel komt terloops de noordelijke Italiaanse streek Piemonte ter sprake als toekomstige optie en Groningen als fantastisch intermezzo. Marte heeft slechts één wens. Samen met haar partners gezond blijven. "Als ik oud ben, kan ik altijd nog kleine schilderijtjes maken" zegt Marte tegen een achtergrond van een spetterend stilleven van 3,5 bij 2 meter uit 1998. De strakke grafische lijn is nog aanwezig maar het doek maakt een losse,  schilderachtige, haast juichende indruk. "Te koop en de prijs valt reuze mee", zegt Marte die verder geen bedrag noemt.

We zitten op een afgescheiden stuk van de deel met een bakstenen plafond, donkerrood geschilderd, woonkamer en keuken tegelijkertijd. In het monumentale voorhuis van de boerderij woont de moeder van Marte, 90 en evenmin oud, nog dagelijks aan het schilderen en nog volop in de weer met intens leven. De volgende dag zie ik een catalogus met het werk van Martine Antonie, de schildersnaam van Marte's moeder. Wat een schitterend werk maakte deze kunstenares op meer dan zestig jarige leeftijd. ‘En nog steeds’, laat Marte onmiddellijk weten. Martine Antonie schildert haar aardse paradijzen, kleurrijke visioenen, in een stijl ergens tussen een vrouwelijke Chagall en Vuillard. Hoezo oud worden? Het voorwoord van Marte bevestigt haar opgroeien in een paradijs.Daarna het kunstenaarsbestaan, de strijd om erkenning, geld en werkruimte, dat was een stuk harder. Wel vindt Marte dat het leven in de loop der jaren iets gemakkelijker is geworden. Opdrachten komen iets meer van zelf tot stand. Marte's horror-uur, om vier uur 's nachts, gaat niet meer over wekenlang spaghetti eten bij gebrek aan geld, maar over de vraag hoe het werk af moet. Tegelijkertijd is ze nu zo ver dat ze 's ochtends ook wel eens kan genieten van een boek, in plaats van altijd maar werken en werken. De bibliotheek op de deel telt pakweg tweeduizend boeken.

"Ouder worden, het leven begint pas, mij is voorspeld dat ik 96 word." zegt Marte. Vijf minuten later springt ze op een autoped en rijdt buiten in de lentezon naar de groentetuin.
76 Tomatensoorten van biologisch dynamische kwaliteit zijn er net geplant. De Oost-Indische kers zaden staan klaar en de pompoenen van vorig jaar zijn zeker twee maal groter dan volgens de zaai-instructie mogelijk is.
Terug in de trein, met een brok in mijn keel. Ter hoogte van Usquert is het niet alleen de melancholie van Ede Staal die mij doet beseffen dat een aards paradijs op sommige plaatsen geen last heeft van de tijd.

Amerongen, 17 april 2000
© Roeland Schweitzer

  Meer verhalen ?