hoog in de lucht, stevig op de grond

Overstraat 3 - 5
3959 BR Amerongen
T: 0343 - 452844

Het huishoudboekje in Japan

(gepubliceerd in Safe, 1998)
Copyright © 1998 Roeland Schweitzer

Schrijver nodig ?

over Schworks

s p r a n k


Columns
gedicht


 Galerie Vanouds de Liefde


waarom






copyright © Schworks

 

 

 

                

Twee weken Tokio. Genoeg om terug te verlangen naar de rust van bijvoorbeeld de Amerongse berg. Veel te kort om alle signalen op orde te krijgen. De drukte, dat eerst. Twaalf miljoen Japanners in Tokio zelf. In de regio nog eens 15 miljoen mensen. in totaal 125 miljoen mensen. Volgens mij willen ze allemaal tegelijk met de metro.

Het heerlijke Japanse voedsel. Dagelijkse verse vis, overal in Tokio. Mierikswortel, gember. Glazen sake, heet of koud. Je drinkt het als water, maar dat is het niet. Groene thee tot slot. Ik had een racefiets in Tokio, verdwaalde hopeloos en miste een afspraak. Die zijn altijd in een restaurant, of op de zaak of op een station. Nooit thuis. Japanners ontvangen geen mensen thuis. Daar is het een zootje en er is geen plaats. Een huisje met drie piepkleine kamers kost 1,5 miljoen gulden en boven je hoofd dendert de Expressway. Een biertje kost 15 gulden en een appel drie gulden. Even zwemmen was dertig gulden. Managers van een jaar of 40 bij de grote bedrijven verdienen ruim 2 ton. Daar moeten ze 35 % belasting over betalen. De rest is voor de hypotheek, de peperdure opvoeding van het kind en voor de golfclub. De meeste mensen verdienen veel minder. Net genoeg om te eten, te werken en de huur te betalen.

Can I help you?

Tokio met de auto is een gedisciplineerde ramp. Van zes uur 's ochtends tot tien uur 's avond staat de boel op allerlei plaatsen muurvast. Japanners zijn geduldig. Geen gevloek en getoeter. Even per telefoon melden dat we er aan komen en desnoods de lunch overslaan. Na een weekje files koos ik voor treinen en metro. Dat bleek geen probleem. De meeste grote stations hebben ook informatie in ons alfabet. Je koopt een goedkoop kaartje en betaalt bij de uitgang een aanvullend bedrag. Fare adjustment. Sta je te aarzelen, dan komt er altijd een vriendelijke Japanner om je te helpen.

At your service

Dienstverlening. Daar zijn de Japanners perfect in. Nogal een overgang met het botte Nederland. In ieder Japans restaurant zijn ze blij met je. En er is personeel genoeg. Opa staat met pet op bij de deur. Of hij zet je schoenen weg. Binnen is mamma-san de baas. Je glimlacht en ze glimlacht terug. Mijn Japans en haar Engels matchen niet. Maar bier is biirru en dan is het ijs gebroken. Je krijgt het beste van het beste. De bediening is hartelijk en praktisch. En daar komt het Engels sprekende nichtje van mamma-san. Nadat ze heeft laten weten vaak in Holland te zijn geweest hebben we toch enige twijfels. Mamma-san ziet het en brengt een nieuw gerecht. Inktvis, rauwe vis en rauw vlees van koeien die met bier zijn grootgebracht. Het fraai opdienen is ook een kunst. Alleen heeft een van ons geen schone sokken aan. De rekening kan gelukkig per creditcard betaald worden.

De dagelijks rijstpot

Nu nog weet men te vertellen over de Hollanders op Desjima. Ze stonken vreselijk, maar konden vrijen als de beste. Desjima was de Hollandse handelskolonie tussen 1641 en 1854 op een piepklein eilandje in de baai van Nagasaki. De Japanners mochten in die periode het land niet uit en werden met harde hand onder controle gehouden. Hiroshige maakte zijn duizenden houtgravures, veel mooier dan foto's, inspiratiebron voor van Gogh. Halverwege de 19de eeuw is het gedaan met de feodale heerschappij en begint de Meidji periode, wat simpelweg "verlichte regering" betekent. De keizer verhuisde van Kyoto naar de nieuwe hoofdstad in het oosten, Tokio. Er kwam zelfs een parlement naar Pruisisch model. En er kwam industrie. Wapenindustrie vooral. Na eeuwen isolatie was het tijd voor een inhaalslag. De Japanners veroverden de halve Aziatische archipel. Een dramatisch dieptepunt volgde. De atoombommen op Hirosjima en Nagasaki eisten 600.000 doden.

Op bezoek bij Canon

De voorzitter van de raad van bestuur van het wereldconcern Canon, Ryuzaburo Kaku, overleefde de atoombom. Op het moment van de klap was hij op een scheepswerf in Nagasaki. Een onderaardse tunnel was zijn redding. Dat moment heeft zijn leven veranderd en heeft aan Canon een humaan gezicht gegeven. Japan Incorporated op zijn best. Kyosei is het toverwoord van Kaku. Werken en leven voor het algemeen belang. Canon streeft naar producten waar de mensheid wat aan heeft. Kyosei. Canon levert niet aan militairen. Het begon met camera's en röntgenapparaten. Nu zijn het vooral copiërs en printers. Hewlett Packard is de grootste klant en de grootste concurrent. Canon valt in meer opzichten op. Om vijf uur worden de medewerkers gemaand naar huis te gaan. De meeste Japanners hebben dan nog minimaal vier werkuren te gaan. Sarariimen heten ze, salarymen. Het Japans ritselt van de leenwoorden. Een interview met een computerleverancier is prima te volgen, ook zonder tolk. Ruim 1900 werkuren per jaar maken de Japanners en 2 x vijf dagen vakantie is genoeg. Na het werk afzakken in de plaatselijke Ushibar. Rijst met rauwe vis en sake. Dan mag je je chef uitschelden en kun je al je frustraties kwijt. Tot slot aangeschoten met de laatste trein naar huis. Om uiterlijk zes uur gaat de wekker voor de nieuwe werkdag. Overmoeidheid is het grote probleem van Japan. En verder de vergrijzing, want Japan vergrijst het hardst van de hele wereld.

De dagelijks doofpot

De economische crisis is nu al ruim tien jaar een probleem. Het oude spel van elkaar de bal toeschuiven stort in. En zwijgen over hoe het werkelijk zit. Japan is en blijft de grootste crediteur ter wereld. Er is veel kritiek mogelijk, maar mijn fiets hoefde ik niet op slot te zetten, want straatcriminaliteit ontbreekt in Tokio. In Nederland werden op hetzelfde moment kinderen van hun St. Maartens-snoep beroofd. In Japanse bedrijven hebben vrouwen nog vrijwel niets te vertellen. Ze zijn geschikt als typegeit tot ze trouwen. Dat is op hun 25ste. Daarna zijn ze thuis de baas. Logisch, want de mannen zijn er nooit. Toen ik op zaterdagavond om acht uur een groot Japans bedrijf bezocht zaten er tientallen mensen te werken. Japan Incorporated. Het cliché. Maar de adel van de Japanse bedrijven bestaat slechts bij de gratie van miljoenen kleine toeleveranciers. Daar zijn de arbeidsomstandigheden een stuk minder dan bij Canon of Toyota. Nogal logisch dat de medewerkers van de grote bedrijven apetrots zijn en meer dan loyaal. Van baan wisselen doe je dus niet. De werkeloosheid was 1 % en is, na tien jaar recessie opgelopen tot 4 %. Een behoorlijk sociaal vangnet bestaat er niet. Gewoon hard doorwerken en niet zeuren dus. Maar het beeld verandert.

Niet getrouwd

Masako Naruse is 33 jaar. Ze heeft afgesproken in een deftig restaurant in de mondaine uitgaanswijk Ebisu. Geen hondenpoep in Tokio, want er zijn geen honden, maar in Ebisu ontmoeten we opeens jonge Japanners met fraaie rashonden. Verder veel verveeld kijkende kinderen met te dure auto's die in draagbare telefoons praten. Masako lijkt verdwaald in dit decor. Ze heeft architectuur gestudeerd, maar niet erg serieus, zo laat ze weten. Op haar 22ste werd ze aangenomen bij Yokogawa, specialist op het gebied van meet- en regelapparatuur. Daar kreeg ze drie jaar vervolgopleiding als software ontwikkelaar. Inmiddels werkt ze op de afdeling marketing sales documentatie. Sinds haar 19de woont Masako op zichzelf. Eerst in een appartementje dat haar ouders voor haar betaalden. Later verhuisde ze naar de dormitory van Yokogawa. Zo gaat dat in Japan. Na school krijg je een baan die begint met een vervolgopleiding op maat en je krijgt een company-appartement voor een paar jaar. Daarna huurde Masako een piepklein appartementje in Ebisu. Oorspronkelijk was dat omdat er veel vrienden woonden, maar opeens trouwde iedereen. Bijna de helft van de Japanse huwelijken wordt nog door de ouders geregeld. Als je echt niet wilt, dan hoeft het niet. Masako wilde niet. Ondertussen heeft ze het er best moeilijk mee. Haar vrienden vertrokken naar de goedkopere suburbs. De meesten kregen inmiddels een kind. In het weekeind zorgen de mannen ervoor en gaan de vrouwen winkelen. Dan ziet ze nog wel eens een vriendin. Winkelen is de Japanse hobby nr. 1. Masuko schat dat ze zelf vijf keer per week uit winkelen gaat. Ze eet ook altijd buiten de deur, net als de meeste Japanners. Zelf koken, dat doet ze hoogstens eens in de twee weken. Vooral Italiaanse restaurants zijn nu populair in Japan. Masuko verdient normaal. Inclusief bonus circa f 5000,- per maand. Daar gaat 35 % inkomstenbelasting van af. Ook moet ze f 1500,- huur betalen, zodat ze maandelijks f 1800,- te besteden heeft. De helft hiervan gaat op aan eten. Als ze niet naar een restaurant gaat koopt ze kant en klaar voedsel in de supermarkt. Even in de magnetron en klaar. Dat is normaal onder jongeren, zo blijkt. Als ze niet werkt of uit is, dan leest ze wat of kijkt tv. En ze speelt keyboard. Klassiek en heavy metal. Haar huisje van 15 vierkante meter is propvol. Diverse kasten, een bed, een tafel en een stoel, het keyboard. Nee vrienden komen er nooit, want daar is het te klein voor. Het verhaal van Masako is typerend voor de veranderingen in Japan. Inmiddels is de gemiddelde leeftijd waarop getrouwd wordt gestegen van 25 tot 27 jaar. Er zijn nu meer dan tien miljoen eenpersoons huishoudens, een kwart van het totaal en drie keer zo veel als in 1960. In de gezinnen daalt het aantal kinderen van ruim vier in 1960 tot gemiddeld 2,8 nu. Het aantal echtscheidingen is verdrievoudigd in tien jaar, tot 1,5 per duizend nu. In Nederland gaat overigens bijna een op de drie huwelijken mis. In Japan is een echtscheiding nog steeds een schande.

Een kind op je 40ste

Een heel ander verhaal vertelt de familie Nayakagawara Zij is 40 en hij is 43. Hun zoontje Ryota is bijna een jaar. Ze hebben heel lang allebei gewerkt. Hij om het huis te betalen. Zij om de reizen te betalen. Zij studeerde Engels, hij is ingenieur. In 1985 zijn ze getrouwd. Ze hebben inmiddels de hele wereld gezien. Zelfs een poosje in de Verenigde Staten gewoond vanwege het werk. Ja ze zijn ook in Nederland geweest. Nog iets opmerkelijks, ze zijn Christen. 14 % van de Japanners is Christen. Ze wilden dolgraag een kind, maar dat ging niet vanzelf. Gelukkig zit nu de kleine Ryota ijverig met zijn lepel in de pap te slaan. Ze wonen aan de rand van Tokio. Daar zijn de huizen nog een beetje te betalen en er is wat meer groen. Hun 4 kamer woning kostte ongeveer een miljoen gulden. De kamers blijken samen 36 vierkante meter. En dan nog een keukentje. Probleem is, dat iedereen hetzelfde verdient. Je begint na je studie met gelijk salarissen en als je redelijk presteert gaat dat jaarlijks omhoog. Dus iedereen heeft ongeveer evenveel. Het bedrijf verstrekt voor maximaal een jaar of zeven een huurwoning, maar daarna word je toch geacht zelf iets te huren of te kopen. Daardoor is er een enorme druk juist op dat prijssegment rond een miljoen gulden in de buitenwijken. Ze hebben naast veel gereisd, maar ook veel gespaard. Uitgaan doen ze nooit. Zeker nu niet, nu het kind er is. Haar vader heeft een derde van de grond gekocht. Dat scheelde. De komst van Ryota heeft veel veranderd. Zij werkt niet meer, hij nog slechts 60 à 70 uur per week. Ja, de officiële werkweek is 40 uur, maar de tijd van automatische promotie is voorbij. Nu moet er gepresteerd worden om verder te komen. Maar als Ryota ziek is, dan gaat hij naar huis en in het weekeinde besteedt hij ook alle tijd aan het kind. Minoru wil het wonder van zijn kind niet missen. Zijn overuren worden nu nog allemaal betaald. Straks als hij manager is niet meer. Hij gaat maandelijks met 500.000 Yen naar huis, ongeveer f 8000,-. Daarvan gaat 20 % naar de fiscus. Ze eten voor f 1500,- op en ze hebben ook een auto. Dan is er nog de afbetaling en ze proberen nog iets te sparen. Minoru heeft eigenlijk te weinig tijd. Om halfzeven op staan, naar het werk. Tot een uur of acht doorwerken. Met de trein naar huis, nog even eten en dan is de dag om. Samen met zijn vrouw nog iets leuks doen is er niet bij. De volgende dag kom ik op het bedrijf waar Minoru werkt. Een grote zaal, waarin 100 mensen in lange rijen werken. Iedereen heeft een bureau van hoogstens een meter. Meteen daar tegenaan staat het bureau van de buurman. Aan het einde staat een bureau haaks, zodat de manager de rij kan overzien. Ieder jaar schuif je iets door in de goede richting. Minoru is er bijna.

Het leven is meer dan werk

Hideo en Kanoko Takeuchi zijn allebei blijven werken. Hun twee jaar oude dochtertje gaat naar de crèche. Dat kost geld, maar Kanoko wil het sociale aspect van het werk niet missen. Daarnaast doet ze 80 % van het huishouden en ze zijn nog tamelijk traditioneel. Geen bedden, maar futons op de vloer. Iedere dag genieten ze twee uur arbeidstijdverkorting. Betaald, totdat Natsumi drie jaar is. De zwangerschapsregeling bestaat uit zes weken vrij voor de bevalling en negen weken daarna, maar wel tegen de helft van het salaris. In de eerste anderhalf jaar na de bevalling zijn er ook extra vakantierechten. Deze condities hebben te maken met het stimuleringsbeleid van de regering, want het aantal kinderen in Japan is veel te laag. Hideo en Kanoko zijn allebei ingenieur en hebben elkaar bij het bedrijf leren kennen. Zij is 32 en hij is 43. Vier jaar geleden zijn ze getrouwd. Hideo geeft toe dat zij hem gevonden heeft en niet andersom. Hij was aan het werk. Nu denkt hij hier genuanceerder over. Altijd maar werken is niet Alles. Er is nog meer in het leven en in ieder geval is hij dolgelukkig met Natsumi. Hij brengt haar vaak naar de crèche en haalt haar op. Toen ze trouwden heeft het bedrijf ze trouwens op verschillende afdelingen neergezet, dus overdag zien ze elkaar niet meer. Ruim twee jaar geleden hebben ze een huis gekocht. Met een klein deel geleend geld van haar ouders en het leeuwendeel van de bank. Geen duur huis vinden ze. Ruim 850.000 gulden. Ongeveer 60 vierkante meter schatten ze. Ze hebben geen auto. Naar het werk heb je er niets aan en veel anders dan werken is er niet. Ze werken allebei zo'n 60 uur per week. Samen hebben ze een riant inkomen, ruim f 21.000 per maand, voor belasting. Inmiddels hebben ze dan ook al een derde van het huis afbetaald. De bonus in hun salaris blijkt maar liefst 5,25 maandsalarissen. Opnieuw volgt een uitleg over het carrièrepad in een Japans bedrijf. Met 22 jaar verlaat men de universiteit. De bedrijvenkiezen dan onmiddellijk, zonder al te nauwkeurig te kijken, de mensen die ze nodig denken te hebben. Dan volgen drie jaar van interne opleiding. En dan volgt het stijgen in de rangen met het stijgen van de leeftijd. Pas na een jaar of 15 gaat ook de prestatie tellen. Iedereen doet vreselijk zijn best. Hoewel er op dit punt ook een kentering optreedt. Jongeren willen niet meer dag en nacht voor de company klaar staan. Ze willen vrijheid, uitgaan en reizen.

Lekker veel vrijheid

Mami Sugihara (25) is een voorbeeld van een moderne Japanse jongere. Ze is na haar studie economie naar een universiteit in Canada vertrokken voor een uitwisseling. Daardoor mistte ze de banendans in april en moest vervolgens 300 x solliciteren. Nu werkt ze bij een Amerikaanse verzekeringsmaatschappij, maar daar wil ze weg. Mami heeft haar moeder meegenomen naar het interview. Ze hebben samen de hele wereld al gezien. Ieder jaar gingen ze 10 dagen op reis. Dat is de maximum vakantielengte in Japan en daarom doen ze heel Europa in 8 dagen. Zonder vader, want die moest werken. Mami is rijk, ze rijdt in een designers car, een remake uit de jaren 50. Van haar ouders gekregen. Ze luistert naar Bob Dylan en de Mamma's & the Pappa's en ze woont thuis in een eigen kamer. Maandelijks heeft ze 3000 gulden vrij te besteden. Daarvan koopt ze kleren en CD's, ze betaalt restaurants en bars en ze spaart 600 gulden. Voor toekomstige reizen. 's Avonds is ze altijd pas rond middernacht thuis. Twee keer per week moet ze met collega's uit eten. Dansen doet ze nooit in Japan. Dat is te duur. 150 gulden entree per persoon. Mami is tevreden over haar leven, behalve over haar werk. Ze woont thuis, in een middelgroot huis, met zelfs nog een tuintje. Ruim 100 m2 is het geheel. De aankoopprijs lag boven de 1,5 miljoen. Gelukkig heeft pappa een goede baan. Hij is hoofd van de advertentieverkoop van een populair Japans maandblad. Wel moet hij altijd werken. Ook de moeder van Mami werkt. Inkoopopdrachten verwerken. Ze hebben dus geld genoeg, maar wel weinig tijd.

De andere kant van Japan Incorporated

Naoko Maeda is al in de 40. Ze is tolk en woont sinds kort weer bij haar moeder en haar zus. Een eigen appartement bleek te duur en was bovendien ongezellig. Ze heeft een aantal jaren in de Verenigde Staten doorgebracht, zodat ze als een van de weinige Japanners echt goed Engels spreekt. Ze is aangesloten bij een uitzendbureau voor tolken. Soms heeft ze genoeg werk, vaak te weinig. Als ze werk heeft verdient ze f 500,- per dagdeel. Naast haar werk studeert Naoko. Slaapstudies. Wat is eigenlijk slaap? Hoe kun je je slaap verbeteren? Het probleem van de Japanner die structureel oververmoeid is en daardoor op zijn werk wel veel uren maakt, maar niet zo veel presteert. Naoka bestudeert bovendien het werk van een Japanse monnik uit de veertiende eeuw. Deze monnik heeft dertig jaar lang zijn dromen opgeschreven. Via Internet werkt ze mee aan een project over slaap op de Stanford Universiteit in de Verenigde Staten. Een dagje tolken betekent voor Naoko om halfvijf opstaan. Dan moet ze drie uur reizen, voordat ze ergens in het centrum van Tokio is. De meeste mensen bij haar in de buurt hebben zulke reistijden. Naoko vindt het leven niet gemakkelijk. Ze wijst erop dat maar een klein deel van de Japanners over de goede banen bij de grote bedrijven beschikt. De meeste Japanners moeten hard moet ploeteren voor op zijn hoogst een derde van de salarissen die de top-bedrijven betalen. Daarmee kun je al geen huis meer kopen. Bovendien verandert Japan. De werkeloosheid neemt toe. De stabiliteit neemt af. Aan de ene kant is dat goed. Het zal nu gaan om kwaliteit in plaats van opleiding, afkomst of relaties. Aan de andere kant is deze ontwikkeling heel riskant. Japanners kunnen niet tegen onzekerheid en een kat in het nauw doet rare sprongen.

Copyright © 1998 Roeland Schweitzer